Langs stromende beken op en langs de Veluwe zie je ze steeds meer. Je kunt ze vanaf half mei tot september zien fladderen. Dat gefladder boven het water lijkt op een vlinder. Maar als je beter kijkt zie je dat het een juffer is: een weidebeekjuffer. Weidebeekjuffers houden van schoon en licht stromend water. De mannetjes zijn prachtig blauw van kleur en hebben donkerblauwe vlekken op hun vleugels. De vrouwtjes zijn meer groenachtig van kleur. Zij hebben geen vlekken op de vleugels, maar die vleugels zijn een beetje donker en groenachtig getint. Een aantal jaren geleden ging het niet zo goed ging met de weidebeekjuffers. Er bleef weinig geschikt leefgebied voor hen over. Strak maaibeheer, watervervuiling en kanalisering van watergangen waren oorzaken van hun achteruitgang. Langs de beken zijn nu veel natuurvriendelijke oevers aangelegd. Ook is het water schoner geworden. En nu kun je die metaalblauwe fladderaars weer regelmatig tegenkomen. De mannetjes bezetten uitkijkplaatsen op oever- en waterplanten. Daar verdedigen ze hun territorium. Andere mannetjes worden verjaagd, soms na minutenlange schijngevechten in de lucht. Je kunt er naar blijven kijken. En als er dan een vrouwtje voorbij komt, wordt ze gelijk door de mannen in een baltsvlucht achtervolgd. Het vrouwtje zet na de paring, de eitjes onder water af in waterplanten. Ze verdwijnt daarbij soms helemaal onder water. Die eitjes komen voor de winter uit. En afhankelijk van de watertemperatuur overwinteren de larven één of twee keer. Die larven leven op donkere plaatsen tussen waterplanten of boomwortels. In het voorjaar vanaf half mei, sluipen die larven uit tot een nieuwe generatie weidebeekjuffers. Laten we hopen dat het water schoon blijft. En dat we nog vele zomers van de weidebeekjuffers kunnen genieten. Aan de honderden meters niet bemeste stroken langs watergangen via het ANLb zal het niet liggen.
Foto's en tekst: Cor Heijdenrijk